Jan Blauw liet in 1739 het schelpzandmolentje De Wilde Vreugd bouwen. Pas twee jaar later kreeg hij op 22 juni de windbrief. Behalve schelpzand maalde Blauw ook mosterd met De Wilde Vreugd.
De standplaats was in het Zuideinde ‘aan en over de wegsloot’. De molen stond dus aan de oostkant van het dorp, maar waar precies is nooit duidelijk geworden. Blauw werkte tot zijn dood met De Wilde Vreugd. Op 20 januari 1753 was hij overleden, waarop de molen uit zijn boedel te koop werd aangeboden. Jan Schouten nam hem toen over voor slechts f. 250,- en daarna werd er nimmer meer iets vernomen over deze schelpzand-en mosterdmaler.