De Witte Bijl begon zijn carrière als wagenschotzager, maar de paltrok werd later omgebouwd tot balkenzager. Wanneer is niet bekend. De molen stond in Westzaandam niet ver en ten noorden van de Hoogendijk, westelijk van de latere spoorlijn. Later werd dit stuk van de Hoogendijk omgedoopt in Westzanerdijk of Noorder IJdijk. Na de sloop van de molen werd op het erf het gebouw van de stadsreiniging gebouwd.
De molen was in 1695 eigendom van de kinderen van Gerrit Claesz. Op 31 juli 1704 werd een veiling gehouden, waarbij gereedschappen van de molen werden verkocht. De verkoper van de gereedschappen was toen Dirck Pietersz Sluijck uit Westzaandam. Gerrit Baartsz nam de spullen over. Het ging om een grote partij. Ongetwijfeld had Baartsz de molen ook overgenomen.
De volgende zaken veranderden van eigenaar:
6 seijle, 2 witte en 4 roode f. 30,-
28 sagen gekluft f. 56,-
13 tangen
3 klufte f. 2,25
11 hangelse
10 sneet ijsers
3 mookers f. 1,50
2 groote en 2 kleine priekhake f. 4,00
4 houvaste
3 kleine en een groote ketting f. 25,00
8 vijle f. 5,00
1 strijkvijl
een hijsjijn en block
2 houwbeitels f. 1,00
1 rottestaart f. 0,50
2 saagijsers f. 0,50
1 stockboender f. 0,50
1 rager f. 0,50
1 storfbesem f. 0,25
1 houtschuijt
40 lijnen f. 4,00
1 vlotboor op een ander
7 haaken f. 2,00
1 bijl f. 0,75
1 dissel f. 0,75
1 houthaak f. 2,50
1 boom en een boomhaak
2 schilpstutte
1 broockhamer f. 1,00
2 spijkerlade, 2 houtsagen
3 schaven f. 0,50
2 beslagen schoppen 1 ijsere schraper
1 haelmes
2 klemhaken
2 spijkerhamers
1 kreckhaaij f. 8,00
1 kraanhaaij f. 3,00
1 slaij
2 nijptangen
1 gieter
6 beitels
een houte haamer
3 beijtels
1 kopere passer f. 1,00
4 teerquasten f. 1,00
11 nieuwe losse rollen tot onder
de moolen
2 houthaijen f. 3,00
De lange lijst was uiteraard in plat-zaans opgesteld. Helaas werden niet alle prijzen vermeld, zodat we niet weten wat er voor de rollen, waarop de paltrok draaide moest worden betaald. Met ‘kulfte’ werden de wigvormige ijzers bedoeld, waarmee de zagen van onder in het hoofd het zaagraam werden bevestigd. Hangelse stond voor hengsels en een broockhamer was een zware hamer, die ’s winters werd gebruikt om het ijs te breken. Wat sneetijsers waren is niet precies duidelijk. Maar een sneed was in elk geval een snee. In de ijzers zat dus vermoedelijk een kerf, zodat ze ergens aan bevestigd konden worden. Met een priekhaak werd een pikhaak bedoeld, maar wat een rottestaart (zaans voor rattenstaart) was is niet duidelijk. Vermoedelijk was het een soort veger.
Diefstal
Net als bij veel andere molens had men met regelmaat te maken met diefstal. Zo werd op 17 mei 1779 een dief op heterdaad betrapt. In eerste instantie werd de man gepakt, maar hij wist te ontsnappen. Later werd hij opnieuw gevat en in het weeshuis opgesloten, totdat hij naar De Wijk werd overgebracht. Dit was het huidige Beverwijk, waar de baljuw van Blois, de hoogste justitiële autoriteit in het gebied van Kennemerland en de Zaanstreek, huisde .
Ongeluk
De waarde van de molen was in de eerste helft van de negentiende eeuw sterk terug gelopen. Op 28 juni 1838 kocht Klaas de Vries De Bijl voor slechts f. 500,-, maar toen negen jaar later een nieuwe verkoping volgde moest de firma Gebroeders De Vries – Arend, Jacob en Johan – er liefst f. 5000,- voor neer tellen. Er waren in die jaren ongetwijfeld grote verbeteringen aangebracht aan het complex .
Deze familie bleef lang actief met De Bijl. Dinsdag 23 februari 1871 stond Remmert de Vries als eigenaar van de molen genoteerd. Hij had de molen in 1860 overgenomen van de weduwe van Arend De Vries. Die 23ste februari zou Remmert nooit meer vergeten. Er gebeurde een ernstig ongeluk. Molenknecht Dirk Dik was met een balk bezig, toen er een stut onderweg gleed, waardoor de balk naar voren schoot. Dik kon zijn linkerhand niet meer terug trekken. “Het droevige gevolg was, dat hij met zijn hand in de zaag terecht kwam, waardoor deze onmiddellijk moest worden afgezet,” meldde de Zaanlandsche Courant.
Het vreselijke ongeluk maakte een stroom van emoties los in Zaandam. Dik werkte al vier jaar voor Remmert de Vries Ksz. Daarvoor was hij elf jaar in dienst geweest van E.B. van Doesburgh, de eigenaar van de paltrok De Held Josua. De beide houthandelaren namen samen met de dominees J. van Loenen Martinet en J.H.C. Heijse, de huisartsen J.J. van Harreveld en A. van der Boon en J.M.C. Knollaert het voortouw tot een inzameling. Op 18 maart plaatsten zij een oproep in de Zaanlandsche Courant onder de kop ‘Een dringende bede’:
“Ten einde een huisgezin voor gebrek en algeheele verarming te behoeden, doen de ondergeteekenden ene beroep op den bekenden liefdadigheid hunner Stadgenooten. Een werkman, die trouw en eerlijk heeft gediend, heeft door een vreeselijk ongeluk, zijn linkerhand en daarmede zijne broodwinning verloren. Door eenige geldelijke hulp zou hij aan een eerlijk bedrijf te helpen zijn en met vrouw en vijf kinderen voor ondergang bewaard wezen. Moge de liefdadigheid het lot van den treurigen lijder verzachten..”
Op dat moment was er al 41 gulden ingezameld. Een onbekende gever stortte tien gulden, een weduwe f. 1,-, X gaf f. 2,50 met de aantekening ‘voor die ongelukkige ziel, geef ik een wiel’. A.K. haalde f. 2,50 uit zijn spaarpot, en twee ondermiddelknechts schonken f. 1,00. Dat lijkt weinig maar een ondermiddelknecht verdiende slechts een paar gulden per week. Een burgermeisje droeg vijftig cent bij.
De redactie van de Zaanlandsche Courant, die bestond uit de latere burgemeester Greebe en zijn zwager mr. C. Visser, die niet lang daarna tot kantonrechter in Zaandam werd benoemd, tekende aan: ‘Op verzoek van de heeren ondertekenaars van bovenstaande annonce, belast zich de redactie dezer Courant volgaarne mede met de ontvangst en de verantwoording der ingezonden liefde-gaven. Zij zal het bedrag dier gaven en de namen der gevers ten spoedigste bekend maken.” .
Maar dat laatste bleek een loze kreet. De Courant meldde nooit meer iets over het zware ongeluk van Dirk Dik, zodat niet bekend is hoeveel geld de inzameling uiteindelijk opleverde.
Sloop
Op 23 augustus 1894 werd de molen in veiling gebracht door Cornelis Bon met als voorwaarde, dat De Witte Bijl voor 1 november zou zijn gesloopt. De molen bracht nog f. 400,- op. Sloper Cornelis Zemel Psz uit Westzaandam werd voor dat bedrag eigenaar en maakte korte metten met De Witte Bijl . Hij voldeed ruimschoots aan de opdracht, want al op 21 september kondigde hij de ‘afbraak veiling’ aan, die op het erf van de voormalige molen zou plaats vinden .