De hennepklopper De Witte Duif was volgens Boorsma al vanaf 14 juni 1634 actief in Krommenie. Op die datum zou de windbrief zijn afgegeven aan Jan Arisz, maar Joop Goudsblom bestrijdt deze visie in zijn uitvoerige en grondige studie over de Krommenieër hennepkloppers, die in 1948 in het maandblad De Zaende werd gepubliceerd . Goudsblom zegt pertinent: “Deze molen dateert van na 1680. Hij is eigenlijk nooit door een werkelijk grote groep rolreders geëxploiteerd geweest, wat te wijten was aan zijn geringe capaciteit, die op zijn beurt weer een gevolg was van de lichte bouw van de molen, die daaraan tevens zijn bijnaam dankte.”
Goudsblom meldt niet waarom de windbrief van 14 juni 1631 niet van De Witte Duif kan zijn en Boorsma geeft geen vindplaats van deze windbrief en meldt niet waarom het stichtingsdocument over De Witte Duif gaat.
De bijnaam, waarover Goudsblom het heeft, was “De Houten Molen” en ook over deze bijnaam bestaan meningsverschillen. Boorsma veronderstelt dat het om een wipmolen ging. Goudsblom wijst er op, dat de bijnaam Houten Molen ook gebruikt werd voor de tweede Witte Duif, ook een hennepklopper in Krommenie, die tevens naar de bijnaam De Pachter luisterde. Deze molen aan de Pachtersloot kreeg op 20 november 1654 een windbrief, die op naam van Willem Gavesz. de Jong stond.
De andere Witte Duif zwaaide zijn wieken ten oosten van de Krommenieërhorn bij de Nauernasche Vaart. Hij werd in 1773 afgebroken. Op 10 juni brachten Hendrik en Cornelis Mak De Witte Duif in veiling “om af te breecken, uijt te rooden en weg te halen.” Ook moest een schuur of pakhuisje worden gesloopt. Als standplaats werd genoemd “’t Oostende van Crommeniehorn aan de Woudpolderdijk.” De makelaar prees de molen als volgt aan: “Daer zijn corte jaeren geleden nog een beste asch ingelegt, daar zijn agt alderbeste swaare boekenstampers in.”
Maar De Witte Duif was kennelijk in ernstige staat van verval, want Gerrit van Leijde werd voor f. 190,- eigenaar en verplichtte zich daarmee de molen binnen drie maanden weg te halen en bovendien de grond van het erf volledig te egaliseren.