Aan het Rustenburg stond de wagenschotzager De Zwarte Leeuw, één van de drie molens in Westzaandam, die deze naam droeg. Hij stond aan de oostoever van de Vaart. Boorsma meent dat hij aan de westzijde van dit water stond, maar uit de nu beschikbare belendingen blijkt dat dit niet juist is. De molen was bovendien van aanzienlijk oudere datum dan 1662, het jaar waarin Boorsma De Zwarte Leeuw ‘aan het eynde van ’t Dampadt’ voor her eerst aantrof in een acte, die op 2 december van dat jaar werd opgemaakt.
Dit raadsel werd opgelost door de vondst van een bijzondere acte, die op 15 juli 1729 werd opgemaakt door schout en schepenen van de Banne Westzaan. Op die dag verkocht de weduwe van Dirk Cornelisz Duyn een windbrief aan Cornelis Claasz Stoffels uit Westzaandam. Deze windbrief was ‘verleend op 14 juni 1631 aan Neel Dirks en op 25 mei 1725 overgeboekt op Dirk Duyn.’ Stoffels betaalde f. 110,- voor het document. De transactie was niet uniek. Het kwam wel meer voor dat windbrieven voor geld van eigenaar veranderden, maar het is wel de enige keer dat er een bedrag voor werd aangetroffen in de stukken. De windbrieven bleken veel geld waard.
Bovendien kan aan de hand van deze gegevens het mysterie rond de ontstaansgeschiedenis van De Zwarte Leeuw ontrafeld worden.
Toen Dirk Duyn in 1725 de windbrief kocht was hij eigenaar van één van de drie Zwarte Leeuwen in Westzaandam. Dit was echter de oliemolen De Zwarte Leeuw achter het Hollandsche Pad. Waarschijnlijk was de originele windbrief van deze molen zoek geraakt en was het goedkoper een windbrief te kopen en wat was gemakkelijker dan er één te kopen, die bovendien ook al was uitgeschreven voor een molen die De Zwarte Leeuw heette?
Opmerkelijk is wel dat De Zwarte Leeuw aan het Rustenburg pas rond 1744 werd gesloopt. En net zo opmerkelijk is het dat in 1726 als eigenaar Pieter Harp genoemd werd, terwijl deze pas op 8 januari 1728 als koper geregistreerd staat. Hij kocht De Zwarte Leeuw toen voor f. 1500,- van de erven Pieter Jansz Kegh. Harp werkte waarschijnlijk al enige tijd in huur met de molen, want in de winter van ’26 werd hij door drie schaatsenrijders genoemd als eigenaar, toen zij hun bekende molenlijst opstelden.
Het is ook vreemd dat Duyn de windbrief al in 1725 kocht. Hoe was dat mogelijk? Wellicht heeft er op het erf van deze molen een voorganger met dezelfde naam gestaan en werd na de herbouw een nieuwe windbrief werd aangevraagd, zodat het oude exemplaar ‘over was’. Anders was het niet mogelijk het document te verhandelen. In elk geval verkocht de weduwe van Duyn het onmisbare document op 15 juni 1729 weer aan Cornelis Stoffels. De oliemolen van haar inmiddels overleden man was op 4 januari van dat jaar verbrand en Stoffels kocht begin juni het erf van deze molen plus de windbrief tijdens een veiling. Stoffels had de molen De Zwarte Moriaan of Preeker aan het Otterspad geërfd van zijn vader Claes, die op 10 mei 1729 was gestorven. De Moriaan dankte zijn bijnaam aan deze Claes Stoffels, die ook prediker was van de Friesch Doopsgezinde Gemeente in het Oude Huys in Westzaandam. Kennelijk was de windbrief van De Moriaan ook zoek geraakt .
Maar hoe loopt het spoor van dit document nu terug naar de molen, waarvoor hij was uitgeschreven?
Het antwoord werd gevonden in een stuk van 1 maart 1674. Toen verkocht Gerrit Maartensz Heeren, ‘grootvader en voogd over Neeltje Dircx, nagelaten dochter van Dirk Pietersz de Boer en Maritje Gerrits te Koog de helft in een houtzaagmolen, genaemt De Swarte Leeuw, staende op het land van de domeinen van Zardam aan het einde van de Damstraet aan de Nieuwe Vaart, belend ten zuiden door Piet Hayn en ten noorden door Pieter Jansz Schaap’ aan Pieter Jansz Kegh uit Zaandam. Dit erf lag aan het Rustenburg. Kegh betaalde f. 695,- voor het halve part .
En het was deze Neeltje Dircx, die 51 jaar later de windbrief van de molen van haar vader – en waarschijnlijk ook grootvader – verkocht aan Dirk Duyn. Daarmee staat ook vast dat De Zwarte Leeuw aan het Rustenburg in elk geval vanaf 1631 in bedrijf was, zodat zijn levensduur met 31 jaar werd verlengd.
Zwarte Leeuw – Rustenburg
Type molen: zaagmolen paltrok
Plaats: Westzaandam
Bouwjaar: 1631