De Zwarte Moriaan luisterde ook naar de fraaie bijnaam De Preeker. Dat had deze paltrok wagenschotzager te danken aan eigenaar Claes Claesz Stoffelsz, die een vooraanstaand prediker bij de Friesche Doopsgezinde Gemeente in Westzaandam was.
De molen werd voor het eerst genoemd in de molenlijst, die drie schaatsenrijders in de winter van 1726 opstelden. Zij meldden toen De Preeker en eigenaar Claes Stoffelsz op hun lijst van 534 molens, die zij tijdens hun schaatstocht passeerden . Het drietal rangschikte de molen onder de 110 ‘wagenschot palsrocken te Sardam’. Ze troffen trouwens ook nog 25 grenen balkenzagers aan. Ze kwamen in 1726 dus tot 135 paltrokken, alleen al in Westzaandam.
Daarmee werd de leeftijd van deze molen met twee jaar verlengd, want molenkenner Pieter Boorsma noemde De Zwarte Moriaan pas voor het eerst op 10 maart 1728, toen het testament van Claas Claesz Stoffels werd opgemaakt.
Dit gebeurde vlak voor zijn dood, want op 10 mei 1729 werd namens de erfgenamen en voogden over de minderjarige kinderen van Claes Stoffels een partij hout geveild bij het ‘huys daar de Fortuijn uithangt en bij de molen van de overledene.’
Zijn woonhuis stond aan het pad, dat naar de molen leidde. Dit was het Otterspad. De molen stond ver in het land ten westen van de Vaart. Tegenwoordig loopt daar de Oranjestraat. De paltrok werd op 15 juli 1729 voorzien van een nieuwe windbrief. Deze werd door Cornelis Claesz Stoffels, een zoon van de prediker, voor f. 110,- gekocht van de weduwe van Dirk Duyn, de eigenaresse van de verbrandde oliemolen De Zwarte Leeuw. Duyn had de windbrief op zijn beurt in 1725 gekocht. Toen was het document verbonden aan de paltrok De Zwarte Leeuw, die aan het Rustenburg in Westzaandam stond.
Cornelis Stoffels werkte in 1760 nog steeds met De Zwarte Moriaan, die hij voor f. 1500,- had verzekerd. Maar op 5 juni van dat jaar werd hij met zijn molen uit het brandcontract gezet. De overlieden verklaarden deze harde beslissing met ‘Cornelis Claasz Stoffels heeft ons geweigerd de inhoud van de waterbak in de kap van de molen te laten controleren, hoewel wij hier diverse keren omgevraagd hebben.’ De beslissing werd Stoffels zoals gebruikelijk door de notaris meegedeeld. Deze las zijn insinuatie, zoals zo’n beschuldiging werd genoemd, bij Stoffels thuis voor en vroeg hem om commentaar. Cornelis Stoffels was kort: ‘Het is niet waar!” Maar hij stond alleen en werd van de lijst geschrapt.
De Zwarte Moriaan of Preeker hield nog twee jaar stand. Begin 1762 werd de molen door Claas Cornelisz Stoffels namens zijn vader in veiling gebracht. Sloper Jan de Vries had met f. 495,- het hoogste bod. De acte, waarin de overdracht werd vastgelegd, dateert van 25 januari, maar de verkoop had al eerder plaats gevonden. De Vries bracht De Preeker voorgoed op de knieën en ook dat was op 25 januari 1762 al gebeurd, want dezelfde dag werd het erf, ‘daerop de Moriaen heeft gestaen’ overgeschreven. De Vries verkocht het lapje grond van 403 roeden voor f. 26,- aan Hendrik Hendriksz Heyn .
Zwarte Moriaan of Preeker
Type molen: zaagmolen paltrok
Plaats: Westzaandam
Bouwjaar: 1726